Boekweit : voeding en kiem BIO

Boekweit is een circa 75 centimeter hoge, eenjarige, kruidachtige plant. Aan de (soms) rode stengels komen witte of lichtroze trossen geurig ruikende bloempjes. De eetbare zaadjes van boekweit lijken op kleine beukennootjes.

De Latijnse naam voor de plant Fagopyrum is er van afgeleid: (fagus = beuk en puros = tarwe, ‘boekweit’ = beuktarwe).

Boekweit komt van oorsprong uit Centraal Azië. Vanaf de late middeleeuwen wordt boekweit verspreid over heel Europa (Oost en West) verbouwd. Het eten van boekweit is echter in onbruik geraakt. In Oost Europa (en Rusland) wordt boekweit (meel) nog steeds veel gegeten.

Het kiemen van boekweit is zeer eenvoudig. Spoel de zaden uitvoerig in een zeef. Week de zaden 1 tot 5 uur.

Kiem 1-2.5 dagen. Methode: in pot.

Gebruik gepelde, “rauwe” boekweit.  Rauwe boekweit is wit/groen tot licht bruin; getoaste boekweit is middelmatig bruin.

Om bederf te voorkomen, laat de zaden niet te lang weken. Let op de vochtigheid: draineer het spoelwater goed. Boekweit geeft een goede kiem met een milde smaak. Kiemt sneller bij warm weer. Verwerk boekweitkiemen in je ontbijt, bv. als “muësli” bij fruit, of grof gehakt door een sesammelk met appel.

Eiwit uit boekweit is anabool. Het eiwit uit boekweit stimuleert spiergroei. Dat blijkt uit een Japans onderzoek naar de vergeten graansoort.

Week 6 uur, spoel goed uit in een zeef, iedere 12 uur. Na 3 dagen hebben de zaden kleine scheutjes en kunnen in muesli verwerkt worden. Je kunt deze kiemen ook terug drogen in een voedingsdroger om knapperige kiemen te verkrijgen.